Bijlestips

Ongemotiveerde bijlesleerlingen? Zo blijf je effectief en betrokken – 6 bewezen tips

Sommige leerlingen stappen de bijles in met tegenzin. Ze hebben geen zin, reageren afhoudend of zeggen het simpelweg hardop. Hoe ga je daar als bijlesdocent mee om? In dit artikel deel ik wat ik heb geleerd in mijn werk met vijf leerlingen. Geen theoretische adviezen, maar inzichten die echt werken — met wetenschappelijke onderbouwing én praktijkvoorbeelden.

Tekst Laura Beek – 4 minuten om te lezen
Bijles geven aan ongemotiveerde leerlingen

 

1. Reageer niet op het gedrag, maar kijk wat eronder ligt

Ongemotiveerd gedrag is vaak een uiting van iets diepers: onzekerheid, faalangst, overprikkeling of simpelweg vermoeidheid. Door eerst te observeren en pas later te reageren, open je de deur naar vertrouwen. Onderzoek toont aan dat responsiviteit — het sensitief reageren op signalen — cruciaal is voor motivatieopbouw (Ryan & Deci, 2000).

“Wie alleen het gedrag corrigeert, mist de kans om het kind echt te begrijpen.”

2. Begin elke les met menselijk contact

Starten met een vraag als “Hoe was je dag?” of “Wat vond je het leukste vandaag?” maakt verschil. Uit onderzoek blijkt dat positieve, persoonlijke interactie de intrinsieke motivatie vergroot (Meece et al., 2021). Je hoeft geen diep gesprek te voeren — de intentie om er écht te zijn, is vaak al genoeg.

3. Geef leerlingen succeservaringen, hoe klein ook

Leerlingen die eerder vaak ‘falen’ hebben ervaren, geloven vaak dat ze het toch niet kunnen. Begin daarom bij iets wat haalbaar is. Laat ze een opgave doen die ze aankunnen. Zelfs één goed antwoord kan al een nieuw zaadje van vertrouwen planten.

“Een kind dat iets lukt, voelt zich bekwaam. En bekwaamheid is brandstof voor motivatie.”

Bron: Kinderontwikkeling.nl

4. Zorg voor balans: luchtig én duidelijk

Bijles moet niet voelen als strafwerk of extra schooltijd. Wissel daarom af in werkvormen. Maak ruimte voor speelse momenten — een memoryspel met sommen, een quiz of een puzzel — maar wees ook helder over de doelen. Structuur geeft houvast. Die balans tussen ‘leuk’ en ‘leerzaam’ is essentieel, vooral bij ongemotiveerde kinderen (Nederlands Centrum Jeugdgezondheid).

5. Verwacht geen wonderen: motivatie vraagt tijd

Soms voelt het alsof je geen stap verder komt. Je legt iets uit, maar het blijft stil. Toch kan het zijn dat de leerling juist op dat moment iets belangrijks verwerkt. Volgens psycholoog Carol Dweck helpt een ‘groeimindset’ – het idee dat ontwikkeling tijd nodig heeft – bij het overwinnen van motivatieproblemen (Mindset Works).

“Wat vandaag stroef voelt, blijkt soms morgen precies het juiste zaadje te zijn geweest.”

6. Zie motivatie als iets dat groeit met vertrouwen

Motivatie is geen aan-uitknop. Het groeit als er veiligheid, herkenning en betrokkenheid is. Jij als bijlesdocent speelt daarin een sleutelrol. Door oprecht aanwezig te zijn, geen oordeel te vellen en het proces centraal te stellen, ontstaat de ruimte waarin motivatie kan groeien — langzaam, maar duurzaam.

Bron: Onderwijskennis.nl

Wat ik je wil meegeven als bijlesgever

Een ongemotiveerde leerling is niet onwillig. Het is een kind dat iets nodig heeft: vertrouwen, veiligheid of succes. Door open te kijken, empathisch te reageren en kleine stappen serieus te nemen, bouw je samen aan motivatie. En juist daar, in die rustige, volhoudende aanwezigheid van jou als bijlesgever, schuilt het echte verschil. Het zit niet in de stof – maar in hoe je er bént, les na les.